Slimme en duurzame oplossingen
Architecten zijn voorwaardelijk in het realiseren van duurzame ruimtelijke oplossingen voor de grote vraagstukken in ons land. Architecten kennen de slimme oplossingen op het gebied van wonen en het verduurzamen van de gebouwde omgeving.
Ruimtelijk ontwerpers zijn dé experts op het gebied van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurontwerp en verbinden verschillende partijen en perspectieven aan elkaar. Zo maken architecten in samenwerking met anderen een gezonde en prettige leefomgeving.
Deze position paper geeft inhoud aan het BNA-beleid ten aanzien van de circulaire bouwtransitie en het behalen van de klimaatdoelen. Het beschrijft beknopt de relevantie van architecten aan een duurzame en leefbare toekomst in het dichtbevolkte Nederland en bevat actiepunten voor de verschillende partijen en overheid zodat we gezamenlijk de ruimtelijke transitie van Nederland kunnen versnellen.
Ruimtelijk ontwerpers zijn dé experts op het gebied van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurontwerp en verbinden verschillende partijen en perspectieven aan elkaar. Zo maken architecten in samenwerking met anderen een gezonde en prettige leefomgeving.
Samenwerken aan het oplossen van grote ruimtelijke vraagstukken vraat om specifieke acties. BNA roept daarom haar leden, opdrachtgevers, ketenpartners, bedrijven en overheden op om samen:
• het grondstoffenverbruik te verlagen;
• de CO2 uitstoot van de bouwsector versneld te verlagen;
• te streven naar een duurzame en inclusieve inrichting van Nederland.
In 2016 heeft de Europese Unie ook namens Nederland het klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Het akkoord is een sterke stimulans voor het Nederlandse klimaatbeleid en de duurzame inspanningen van architecten.
De doelen van Parijs zijn vertaald naar de ambitie om in 2050 als Europa klimaatneutraal te zijn en in 2030 de CO2 uitstoot met 55% gereduceerd te hebben. Parallel hiermee streven we er in Nederland naar om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben, met als richtinggevend doel dat in 2030 het grondstoffenverbruik met 50% is gereduceerd. Dit is hard nodig want de winning en verwerking van grondstoffen is voor 90 procent verantwoordelijk voor het mondiale biodiversiteitsverlies, 90 procent van de waterschaarste en voor 50 procent van alle mondiale CO2- uitstoot. Een groot potentieel voor de reductie van ons grondstoffenverbruik en CO2-reductie ligt bij de bouwsector. Globaal is 50 procent van het grondstoffenverbruik, 40 procent van het wereldwijde energieverbruik, 35 procent van de CO2-uitstoot en 40 procent van de afvalproductie bouwgerelateerd.
Voor Nederland geldt dat we nog ver weg zijn van een circulaire bouwpraktijk. Uit het meest recente Circularity Gap Report blijkt dat de Nederlandse economie 24,5 procent circulair is en het CBS stelt dat 13 procent van ons grondstoffengebruik bestond uit herbruikbare materialen. Echter volgens het RIVM komt slechts 8 procent (!) van de materialen in de gebouwde omgeving uit hergebruik. Om de gestelde ambities van 50 procent grondstoffengebruik in 2030 te behalen, is dus een versnelling van de circulaire transitie in de bouw nodig.
Tegelijkertijd met de transitie naar een circulaire economie dient ons land te worden aangepast aan de gevolgen van de klimaatverandering en wordt de uitdaging om een ieder betaalbare en passende woonruimte te kunnen bieden groter. In deze paper benoemen we zes cruciale randvoorwaarden om als ontwerp- en bouwsector gezamenlijk met overheden succesvol bij te dragen kunnen dragen aan de versnelling van de circulaire transitie.